Nieuws

EU-gedragscode voor verantwoorde voedselproductie

Europese vlag

Op maandag 5 juli 2021 is de EU-gedragscode voor verantwoorde voedselproductie ondertekend door 65 pioniersbedrijven en -verenigingen. Deze gedragscode vormt een essentieel onderdeel van de inspanningen van de EU om gezonde en duurzame voedingsopties beter beschikbaar en betaalbaarder te maken en zo onze totale ecologische voetafdruk te verkleinen.

De gedragscode is ontwikkeld met verenigingen en bedrijven in de EU, met actieve betrokkenheid van andere belanghebbenden, zoals internationale organisaties, ngo's, vakbonden en ondernemersorganisaties, en in samenwerking met de diensten van de Europese Commissie. Verenigingen en bedrijven in de levensmiddelensector die de gedragscode ondertekenen, verbinden zich ertoe hun bijdrage aan een duurzame transitie te versnellen. Zij onderschrijven met hun toezeggingen de doelstellingen van de gedragscode en moedigen soortgelijke bedrijven aan om ook deel te nemen.

De regeling kent twee niveaus van verbintenissen:

  • voor verenigingen in de EU: zeven ambitieuze doelstellingen, elk met streefcijfers en indicatieve acties. Deze doelstellingen hangen samen met acties om de overgang naar gezonde en duurzame consumptiepatronen te bevorderen. Het doel is om de impact van voedselverwerking en -verkoop en de eigen activiteiten van voedseldiensten op de duurzaamheid te verkleinen, en om de duurzaamheid van voedselwaardeketens met betrekking tot de primaire producenten en andere actoren in de keten te verbeteren. De verenigingen moeten jaarlijks verslag uitbrengen over de geboekte vooruitgang;
  • voor bedrijven: een kader voor koplopers, gericht op ambitieuze verbintenissen met meetbare resultaten op uiteenlopende gebieden: van dierenwelzijn tot suikerreductie en het terugdringen van de broeikasgasemissies in hun volledige productassortiment. Deze bedrijven brengen jaarlijks verslag uit in de vorm van een samenvatting van hun duurzaamheidsverslag.

De gedragscode is door 65 pioniersbedrijven en -verenigingen ondertekend: 26 voedselproducenten, 14 detailhandelaars, één deelnemer uit de voedseldienstensector en 24 verenigingen, klik hier voor de volledige lijst van ondertekenaars.

ec.europa.eu

Bron: Europese Commissie

Afzetmarkt voedingsbedrijven structureel veranderd

Voedingsbedrijven streven vaak naar een mix van klanten om niet te afhankelijk te zijn van één markt of één land. De coronapandemie heeft in extreme mate laten zien dat toegang tot alternatieve afzetkanalen voor bedrijven van groot belang kan zijn voor het voortbestaan van ondernemingen. Strategische spreiding van afzet staat daardoor nog nadrukkelijker op de agenda. 

Door de coronapandemie is een grote verschuiving in de bestedingen aan eten en drinken ontstaan. Met de heropening van de horeca, passen consumenten hun gedrag weer aan. De afzetmarkt voor leveranciers van voeding beweegt zich daarom in de komende anderhalf jaar naar een nieuw evenwicht. Het belang van foodretail blijft voorlopig groter dan voor corona blijkt uit onderzoek van het ING Economisch Bureau.

Bestedingen verschoven naar foodretail en onlineVoedselketen

Tijdens de pandemie zijn bestedingen aan eten en drinken op twee manieren verschoven; van horeca naar retail en van fysiek naar online. De eerste beweging vond ook plaats in Duitsland, Frankrijk, België en het VK zo krompen horecabestedingen in 2020 in totaal met 90 miljard euro en steeg de omzet van foodretail met 40 miljard euro. Wat betreft de tweede verschuiving is naast de sterke omzetgroei van online boodschappen- en maaltijdbezorging ook het aantal webwinkels dat voeding verkoopt flink toegenomen.

“Voor voedingsleveranciers voorzien we dat de markt zich naar een nieuwe situatie beweegt, met een andere verdeling qua afzetmarkten. Nu maatregelen worden versoepeld gaat de afzet in de horeca zich weliswaar herstellen, maar inzet op alternatieve afzetkanalen kan ook voor de komende anderhalf jaar nodig blijken”, aldus Ceel Elemans, Sector Banker Food & Agri ING.

Verschuivingen pakken nadelig uit voor veel leveranciers

Voor voedings- en drankenproducenten die aan de retail leveren heeft de verschuiving voor hun omzet doorgaans gunstig uitgepakt. Maar er is ook een grote groep leveranciers die zich voornamelijk op horeca richt en het afzetverlies niet kan compenseren met een toename van de verkoop via de retail of een eigen webshop. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat 1 op de 5 voedingsproducenten in het eerste kwartaal nog een beroep deed op de NOW.

Post-corona

De situatie pre-corona keert niet terug. Naast de verwachting dat het nog maanden duurt voordat de horeca weer echt volledig open is, staan ook bestedingen van jongeren en internationale toeristen nog onder druk. Blijvende veranderingen zijn dat mensen meer thuis zullen werken dan voorheen en dat online bestedingen aan eten en drinken structureel op een hoger niveau liggen.

Wat betekent dit voor voedingsproducenten en groothandels?

Terugkeer naar de oude afzetverhoudingen tussen foodretail en foodservice is geen vanzelfsprekendheid. Zeker voor horecaleveranciers kan inzet op alternatieve afzetkanalen voor de komende anderhalf jaar nog nodig blijken. Daarnaast heeft online bestellen van boodschappen en maaltijden zich in rap tempo doorontwikkeld waardoor leveranciers zullen moeten bepalen welke rol online kan spelen als afzetkanaal voor hun producten.

Lees het volledige rapport ‘De Voedingssector na corona’

Bron: ING

Grondstofprijzen lokken nationalisme uit

vegetables 1584999 340De flink hogere grondstofprijzen dit jaar gaan voor meer zogenoemd resource nationalism van de grondstofrijke landen zorgen. In goed Nederlands heet dit grondstofnationalisme. De spurt in industriële metaalprijzen en de sterk gestegen olie- en graanprijzen dit jaar maken de bodemschatten voor deze landen immers een stuk waardevoller. Deze bodemschatten worden daarmee een bron voor de grondstofrijke landen met moeilijk te dichten gaten in de begroting.

Grondstofnationalisatie en grondstofprijzen

Er bestaan verschillende gradaties in grondstofnationalisme: direct en indirect. Grondstofrijke landen kunnen kiezen voor quotumvereisten, herziening van bestaande mijnbouwcontracten, hogere regelgevingsvereisten en verhogingen van de belastingen of royalty’s op de grondstoffen. Dit zijn meer indirecte manieren van staatsinterventie. 

De directere manier heeft vaak wat grotere gevolgen. Hierbij is volledige onteigening de meest rigoureuze manier. Dit heeft bijvoorbeeld veel in Venezuela plaatsgevonden in de oliesector en in de landbouw. Het grondstofnationalisme kan echter ook tot uiting komen door middel van striktere controles op of uitsluiting van buitenlandse deelnames. Daarnaast kan een overheid verplichte overheidsparticipatie en begunstiging opleggen of eisen stellen aan de verdere bewerking van de grondstoffen. 

Ook nu staat de nationalisatiedrang in grondstofmarkten door sommige landen weer in de belangstelling. Het onderwerp prijkt in ieder geval hoog in de risicoranglijstjes van mijnbouwbedrijven. Dit brengt de marktdynamiek weer naar een hoger niveau.

insights.abnamro.nl

Bron: ABN AMRO

Robots vergroten de waarde van verse groenten en fruit

Robots 60801f8801dd7075713296Het sorteren en assembleren van verse groenten en fruit gebeurt tot nu toe overal ter wereld vooral handmatig. "Het zou bedrijven veel tijd en geld besparen als robots deze tijdrovende, saaie en zichzelf herhalende taken konden overnemen van medewerkers," zegt Aneesh Chauhan, expertiseleider van de Computer Vision en Robotica-groep bij Wageningen Food & Biobased Research en lid van het Agro Food Robotics-team. "En het zou nog efficiënter zijn als één robot meerdere taken kon uitvoeren."

Robots die kunnen leren

Wageningen Agro Food Robotics is in 2019 Autonomous Robots for Agrifood Processes gestart. Een van de doelen van dit vierjarige project is intelligente robots te ontwikkelen die meerdere taken leren uitvoeren, van het plukken en sorteren van verschillende soorten groenten en fruit tot het scheiden van exemplaren van dezelfde soort op basis van bijvoorbeeld grootte en vorm.

Herkennen van menselijke activiteit

De Wageningse robots zijn uitgerust met camera's die de bewegingen vastleggen van een menselijke expert die pluk- en sorteerwerkzaamheden uitvoert. "De herkenning van menselijke activiteit bevat gegevens over de persoon, de omgeving en het behandelde object", legt Chauhan uit. "Ingebouwde computervision- en deep learning-technologie stellen de robots in staat deze informatie vast te leggen en nieuwe taken aan te leren door ze af te kijken van mensen." De onderzoekers hebben de robots inmiddels met succes ingezet in meerdere situaties, waaronder het plukken en sorteren van mandarijnen van verschillende groottes, het scheiden van rijpe van onrijpe bananen, het sorteren van intacte en beschadigde komkommers en het scheiden van verschillende soorten fruit op een tafel.

Wereldwijde primeur

De eerste demo-applicatie is klaar in de zomer van 2021, een wereldwijde primeur in robotica voor agrifood. “Een innovatie als deze vereist technologische expertise van robotica en machine learning-technologieën, evenals uitgebreide kennis van productfysiologie en voedselverwerking. Hier in Wageningen werken deze disciplines nauw met elkaar samen,” zegt Chauhan. De volgende stap is het testen van de robots in een (proef)fabriek. De onderzoekers willen de robots daarnaast nog slimmer maken, door ze uit te rusten met geavanceerdere sensoren voor het meten van zoetheid, sappigheid en stevigheid. Chauhan denkt ondertussen alvast een paar stappen verder: "Als mensen robots gaan beschouwen als collega's, of als leerlingen, hoe zou de toekomst er dan uitzien?"

wur.nl

Bron: WUR

FNLI stimuleert doorleren tijdens coronacrisis

FNLI 607404f51eab2844269208

Ondernemers binnen de food, feed en agro-industrie staan door de COVID-19 crisis voor grote uitdagingen. De FNLI, Stichting Ontwikkelingsfonds Levensmiddelenindustrie (SOL) en 10 samenwerkende partners, bestaande uit opleiders en brancheverenigingen, hebben de handen ineengeslagen om circa 2750 werknemers een (bijna) gratis opleiding aan te bieden. FNLI: "Daarmee stimuleren we de leercultuur binnen organisaties in deze sectoren gedurende de coronacrisis. Zo werken we gezamenlijk aan het versterken van de vaardigheden en wendbaarheid van medewerkers middels scholing, wat cruciaal is voor bedrijven om het hoofd boven water te houden in deze tijd. Dit doen we door middel van 'NL leert door'. Met de 'NL leert door' subsidie kunnen opleiders kosteloos leerpakketten, abonnementen, cursussen en trainingen aanbieden. Werknemers in loondienst, flexwerkers, maar ook zelfstandigen en ZZP’ers kunnen gebruik maken van deze subsidieregeling."

www.sol-subsidies.nl/nl-leert-door/